Onderzoeker Koos Biesmeijer komt tot zo’n 1,6 miljard. Honingbijen in Nederland en daarnaast zo’n 360 wilde soorten bijen. „Daarvan staat ruim de helft op de Rode Lijst als bedreigde soort. We moeten daarom onderscheid maken. Met de honingbij gaat het best goed. Het niveau van de wetenschap stijgt, imkers maken bovendien meer gebruik van de beschikbare kennis. Zo lukt het hun bijvoorbeeld steeds beter om de schadelijke varroamijt te bestrijden.”

Wilde bijen zijn lastiger te tellen, al deden 4300 mensen in april mee aan de eerste nationale bijentelling. Ze telden er gemiddeld tien. Door deze tellingen in de toekomst te herhalen, kunnen onderzoekers een beeld krijgen van de populatieontwikkeling. Biesmeijer: „De telling is een onderdeel van Nederland Zoemt, een initiatief waaraan veel bedrijven en organisaties zich hebben verbonden.

Daarnaast hebben we sinds dit jaar een nationale bijenstrategie. Er zijn al zestig gemeenten die hun openbare ruimte bijvriendelijk willen beheren, we zijn bezig met groenbeheerders en hoveniers. De aandacht voor de bij is momenteel enorm.”
Dat is ook nodig, want er staan meer wilde bijensoorten op de Rode Lijst dan begin deze eeuw. „Er is minder biodiversiteit”, haalt Biesmeijer de oorzaak aan. „Het aantal bloemen daalt en ze hebben weinig nestgelegenheid. Zoals elke insect heeft ook de wilde bij het daardoor moeilijk.

Maar het mooie van de bij is dat iedereen het dier kan helpen. Als individu op het balkon of in de tuin. Overheden kunnen zorgen voor minder betegeling en meer bloemen in de stad.

Het verbod op drie soorten landbouwgif dat de EU-lidstaten zijn overeengekomen, zal zeker bijdragen. Ik doe twintig jaar onderzoek naar bijen, pas de afgelopen jaren dringt het door dat er iets aan de hand is.” In veel andere Europese landen ontstaan er volgens Biesmeijer ook bemoedigende initiatieven. „Daarom ben ik positief over de toekomst. Er zijn veel partijen die iets voor de bij willen doen, omdat het dier zo mooi tussen de mens, het voedsel en zijn omgeving in staat. Ze houden onze bossen groen, zorgen voor ons fruit. Ik denk dat we er met zijn allen voor kunnen zorgen dat de bij overleeft.”
Dat denkt Berghoef ook, al spreekt hij als imker vooral over de honingbij. Het valt hem op dat zich steeds weer nieuwe mensen melden om bijen te houden. „Ook jonge mensen komen op de cursussen van de NBV af. Dat heeft, denk ik, te maken met de toegenomen aandacht voor ons voedsel en de zorg voor onze natuur. Steeds meer mensen beseffen dat de bij het niet makkelijk heeft. De wetenschap dat een belangrijk deel van ons voedsel mede door bestuiving tot stand komt, zorgt ervoor dat we hem willen beschermen.”

Koos Biesmeijer is ecoloog, wetenschappelijk directeur bij Naturalis Biodiversity Center (Leiden) , bijzonder hoogleraar Functionele Biodiversiteit aan de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar Natuurlijk Kapitaal aan de Universiteit Leiden.

Bert Berghoef is voorzitter van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV)